Michael Maldener, Managing Director & Conducting Officer at Nordea Investment Funds S.A.
ESG-beleggingen winnen al enige tijd serieus aan populariteit, maar zijn grotendeels niet gereguleerd. Naar aanleiding van het EU-actieplan van 2018 voor duurzame financiering wordt er momenteel gewerkt aan een wetgeving om daar iets aan te doen. En daar moet de beleggingswereld zich op voorbereiden.
De EU heeft haar actieplan voor duurzame financiering ontwikkeld om duurzame beleggingen (die nodig zijn om de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs van 2015 en de Europese Green Deal te kunnen halen) te stimuleren en een kader voor duurzaamheid te scheppen binnen het vermogensbeheer. De eerste initiatieven om de regelgeving aan te passen, kunnen we samenvatten in drie punten.
Ten eerste zal de verordening informatieverschaffing de taken en verantwoordelijkheden van de deelnemers aan de financiële markten (inclusief vermogensbeheerders en distributeurs) verduidelijken. De verordening informatieverschaffing is gericht op distributeurs, financieel adviseurs en vermogensbeheerders, dus waar u zich ook bevindt in de waardeketen, u zal moeten bekendmaken hoe u uw producten classificeert en hoe duurzaam de onderliggende beleggingen zijn. De verordening informatieverschaffing verplicht de entiteiten bovendien om bekend te maken hoe zij omgaan met duurzaamheidsrisico’s in domeinen zoals het beslissingsproces en de produkt classificatie.
Ten tweede zal de taxonomieverordening een aangepaste woordenschat van ecologische aspecten omvatten om mogelijke gevallen van greenwashing te voorkomen. Op het vlak van ESG zie je soms door de bomen het bos niet meer. Het is de bedoeling daar met de huidige regelgevingsinitiatieven structuur in te brengen. Met de taxonomie zijn de eerste stappen gezet naar gemeenschappelijke definities van ecologische terminologie, die in de hele sector moeten worden toegepast.
Ten slotte zullen er updates en wijzigingen worden doorgevoerd aan de bestaande wetgeving, zoals MiFID II, UCITS of AIFMD. We zitten midden in het regelgevingsproces, wat betekent dat er nog veel opheldering en afstemming zal volgen. We weten echter dat distributeurs onder MiFID II hun duurzaamheidsvoorkeuren zullen moeten integreren in hun geschiktheidsanalyse wanneer ze beleggingsadvies verstrekken of in het discretionaire beheer van hun portefeuille. Duurzaamheidsvoorkeuren moeten worden geëvalueerd naast de gebruikelijke geschiktheidsaspecten.
Distributeurs zullen hun produkten in categorieën moeten indelen
Aanbieders van producten of diensten in het domein van ESG/duurzaamheid/verantwoordelijkheid zullen hun producten moeten categoriseren en classificeren. Hoewel die eisen nog niet helemaal duidelijk zijn, zijn die veranderingen belangrijk voor distributeurs, aangezien er vereisten zullen komen om het selectieproces voor de producten in een duurzaam aanbod te evalueren, te documenteren en regelmatig te herzien.
Distributeurs die tot dusver nog geen actie hebben ondernomen, moeten nu meteen in actie schieten om zich vertrouwd te maken met de verschillende regelgevende initiatieven, zeker deze met onmiddellijke ingang. Het is cruciaal dat men inzicht krijgt in de onderlinge afhankelijkheid van de initiatieven en de impact op de waarde, de verandering en de processen.
In essentie zijn er drie produktcategorieën. De eerste categorie wordt gevormd door de produkten die voldoen aan de essentiële ESG-overwegingen, maar waarvan het beleggingsdoel voornamelijk gericht is op rendement. De tweede categorie is art. 8 van de verordening betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiele dienstensector (SFDR) of ESG-produkten. Dat zijn specifieke ESG-strategieën, die elementen bevatten zoals uitsluiting en maatregelen om governancepraktijken te waarborgen. De derde categorie, art. 9 SFDR of impactproducten, heeft een duurzaamheidsdoelstelling, maar streeft ook naar financieel rendement.
Het is belangrijk te benadrukken dat beleggers geen rendement opofferen door naar een hogere categorie over te stappen; het betekent gewoon dat de lat qua duurzaamheidsvereisten hoger ligt. De belangrijkste uitdaging voor de markt is beslissen waar de grenzen liggen. Wat de distributie betreft, zit het hem echt in de details, want enkel de categorieën onder art. 8 en art. 9 zullen waarschijnlijk als duurzame produkten worden beschouwd, al zal er misschien nog wel wat verduidelijking nodig zijn. Als een klant een duurzaam produkt wenst, kan hem niet zomaar een basisoplossing worden aangeboden.
We kunnen de huidige situatie vergelijken met een verhuizing. We hebben als sector lang in hetzelfde huis gewoond, en nu wordt het gewoon tijd voor iets nieuws. De dozen voor onze spullen passen echter niet bij de dingen die we hebben, en bovendien zijn er nog heel wat niet aangekomen. Zo zullen ook die huidige richtlijnen in de komende maanden en jaren verder worden uitgewerkt. Ondertussen is het belangrijk dat adviseurs gaan nadenken over hun aanbod en hun interne processen rond duurzaam beleggen. Duurzaamheid biedt adviseurs die hun bedrijfsmodel al in een vroeg stadium bijstellen, een enorme kans om aan de ESG-analysevereisten te voldoen en een goed gamma duurzame fondsen aan te bieden. We zullen onderweg nog op heel wat uitdagingen stoten. Bij Nordea streven we er alvast naar om het de distributeurs makkelijker te maken. Wij willen u aansporen om contact op te nemen en de dialoog verder te zetten.